Oud Arenberg 73
Observatie
Hof ter Walle was anno 2009 eigendom van de heer Van Gijsel, die er bewoner alsook uitbater was. Het hof werd onteigend door de overheid en is nu eigendom van de Vlaamse gemeenschap, vermoedelijk Linkeroever. Momenteel staat de schuur leeg en is reeds half afgebroken.
De schuur van Hof ter Walle is één van de gebouwen rondom het centrale binnenplein van het omwalde erf. Aan de voorzijde van het erf, uitgevend op de Oud Arenberg is deze ook nog eens omhaagd. Op de site vinden we het woonhuis terug, daterend uit de 18e eeuw, stallen uit de 20e eeuw, de polderschuur en een aantal 'koterijen' terug. Je kan het Hof ter Walle betreden via de gekasseide oprit met een hek uit de jaren 30.
De polderschuur bevindt zich aan het noordelijke deel van het erf. Uit bronnen vernemen we dat, toen de schuur nog volledig recht stond, de kopse muren uit baksteen bestonden en de langsmuren grotendeels van houten beplating voorzien waren. Oorspronkelijk was er een bietenkelder, knechtenkamer en paardenstalling aanwezig in de schuur.
De schuur ligt midden in het natuurgebied Putten West. Dit is zowel één van zijn grootste troeven als één van zijn grootste beperkingen.
Bij bezoek bleek de staat waarin de schuur zich bevond erger dan aangenomen. De omvang van het origineel liet ons dromen. De staat van het niet afgebroken stukje was degelijk. Doordat het niet gesloopte deel met platen toegenageld is, vermoeden we dat de schade relatief beperkt gebleven is in dit deel.
Bij het binnengaan van het nog bestaande deel, konden we de verschillende gebruiksfases onderscheiden. Moderne toevoegingen als voederbakken waren nog aanwezig, maar ook kromme boomstammen van de originele structuur.
Hetgeen ons het meest opviel was het uitgestrekte uitzicht rondom de schuur. Een golfplaatberging naast de schuur belemmerde dit zicht wel. Ondanks de staat waarin de schuur zich bevind, voelden we ons meteen geïnspireerd.
De schuur is dus in verloederde staat. De openliggende structuur is bijna volledig ingestort door herstellingswerken in 2011. Doordat de schuur nadien niet meer onder handen genomen is, is deze er nog meer gehavend aan toe. Een renovatie/restauratie van de dakstructuur, gebruik makende van de originele spanten (die bewaard gebleven zijn in dit vooruitzicht) is nodig. Dit niet alleen om de schuur veilig te maken voor betreding, maar ook om deze in zijn glorie te herstellen. Een volledige heropbouw zouden we in het concept van de mogelijke programma's niet willen uitvoeren. De openliggende skeletstructuur vertelt een meer waarheidsgetrouwe versie van de geschiedenis van deze schuur en regio. Het naakte van deze schuur heeft een bepaalde esthetische en geschiedkundige waarde. Er moet gezocht worden naar een manier om de overblijvende delen in hun 'naakte' staat krachtig te kunnen maken tegen weer- en verouderingsomstandigheden.
Geschiedenis
Net zoals de beschrijving van de opbouw van de schuur, is ook de geschiedenis van de schuur reeds uitvoerig onderzocht en beschreven. Daarom volgt hieronder een citatie van de belangrijkste delen uit het rapport van het Onderzoek Bouwkundig Erfgoed uitgevoerd door het VIOE. Het volledige document kan geraadpleegd worden via de bibliografie.
Schuur door de jaren heen De schuur vertoont zeker drie bouwfasen. In zijn oorspronkelijke toestand telde de schuur vijf traveeën (west-oost) en vier gespannen. Twee zijbeuken flankeerden twee hoge middenbeuken, waarvan de zuidelijke dienst deed als doorgang. Boven de overspannende trekbalken hadden de gespannen nog drie gebinten. De buitenwanden bestonden uit houten stijlen met beplanking. De schuur is nog niet afgebeeld op de Ferrariskaart (1771-1777), wat een terminus post quem voor de bouw oplevert. Het jaarmerk 1794 op de latei van de ingang van de boerenwoning is enkel een terminus, maar getuigt wel van bouwactiviteiten op het erf in het laatste decennium van de 18de eeuw. De veldatum van het eikenhout van de oorspronkelijke onderdelen van de schuur ligt mogelijk rond 1805. De bouw van de schuur moet dus tussen 1777 en circa 1805 worden geplaatst, of nog nauwer tussen circa 1790 en circa 1805. Die datering is in overeenstemming met de constructieve kenmerken van de oorspronkelijke houtbouw van de schuur. In een tweede, 19de-eeuwse fase werd de schuur in westelijke richting uitgebreid met twee lage bakstenen aanbouwen. Het gebint van de 18de-eeuwse schuur bleef hierbij ongewijzigd. De balken die deel uitmaken van de 19de-eeuwse uitbreiding zijn in olm, een boomsoort die circa 1919 uit onze streken verdween ten gevolge van de olmenziekte. De derde fase, te situeren rond 1927, bepaalde grotendeels het huidige uitzicht van de schuur. De zuidelijke zijbeuk werd verbreed en kreeg een nieuw dak, waarvan de dakhelling noodgedwongen minder steil was dan de oorspronkelijke dakhelling. De westmuren van de westelijke aanbouwen werden verhoogd en onder het dak van de schuur gebracht. Hiertoe werd het dak verlengd in westelijke richting. De westelijke verlenging van de langsbalken, nodig om de dwarsbalk te dragen die de westelijke dakhelling ondersteunt, is goed zichtbaar. Tijdens de campagne van 1927 maar waarschijnlijk ook daarna werden heel wat onderdelen van de oorspronkelijke dakkap vernieuwd, in verschillende houtsoorten: grove den, populier en eik. In 1961 werd de bakstenen opvulling en houten bovenbouw tussen de zuidelijke stijlen van de middenbeuk toegevoegd.
Geschiedkundig belang van de schuur
Het zogenaamde 'Hof ter Walle' is een hoeve met losstaande bestanddelen met dubbele omwalling. De bebouwing beperkt zich tot de eerste omgrachting. De hoeve is nog niet weergegeven op de Ferrariskaart van 1771- 1777. Ook de benaming 'ter Walle', vermoedelijk verwijzend naar de omringende gracht, is niet aangeduid op de genoemde kaart en evenmin op de Vander Maelenkaart (1846-1854). In het kadaster werd de benaming evenmin teruggevonden.
Deze schuur is de oudste in de polder Oud Arenberg. Door zijn grootte vermoedelijk ook de belangrijkste in het historische systeem van het polderkapitalisme in deze polder. De schuur werd gebruikt als opslagplaats voor de graanoogst en het stallen van het vee.
Vroeger werd de schuur gebruikt voor de landbouw. Het domein was privé en functioneerde als boerderij. Het perceel werd in afwachting van de geplande sloop onteigend en de Vlaamse Gemeenschap is verantwoordelijk voor het onderhoud en behoud van de site.
De schuur werd een tiental jaar geleden voor het eerst gered van de sloophamer, maar dit slechts nadat de afbraak reeds gestart was.
Bij herstellingswerken in 2011 stortte een deel van het dak in, deze spanten worden ter plaatse bewaard in afwachting van een mogelijke herbestemming.
Erfgoedgemeenschap Doel&Polder voerden al sinds 2004 actie voor het behoud van de hoeve. Voor deze 18de-eeuwse schuur was in 2007 een sloopvergunning afgeleverd. In het voorjaar van 2009 en 2010 werd gepoogd om de schuur af te breken, maar dat veroorzaakte telkens heftig protest en een dagenlange bezetting van de hoeve door actievoerders. Ook in de erfgoedwereld was heel wat beroering vanwege de slooppogingen. Vreemd genoeg moest Hof ter Walle niet verdwijnen voor de havenuitbreiding maar omdat het aan de rand van een tijdelijk natuurcompensatiegebied ligt.
In januari 2009 werd na dagenlange acties de voorgenomen sloop in opdracht van minister-president Kris Peeters opgeschort. Een onderzoek van het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed maakte duidelijk dat het om een hoeve ging met grote erfgoedwaarde. Toch werd in maart 2010 een tweede poging ondernomen om Hof ter Walle af te breken. Dat veroorzaakte opnieuw een confrontatie met de actievoerders. Minister van Erfgoed Geert Bourgeois besliste de dag na de nieuwe poging tot sloop om Hof ter Walle voorlopig te beschermen. Dat is nu omgezet in een definitieve bescherming: het erf werd erkend erfgoed.
De Vlaamse landmaatschappij liet het erf volledig verloederen en vorig jaar werd opnieuw geprotesteerd om deze aftakeling tegen te gaan en te vragen voor meer inzet van de regio Beveren en de Vlaamse Gemeenschap. Beveren reageerde hierbij dat de zorg voor de schuur volledig uit hun handen ligt.
Materialen
Uit geraadpleegd dendrologisch onderzoek vernamen we dat de originele houtelementen, daterend uit 1805, uit eikenhout vervaardigd zijn. De balken uit de 19e eeuw zijn gemaakt uit Elm, een houtsoort die ondertussen niet meer bestaat in onze streken. De dakkap werd in 1927 vernieuwd uit grove den, populier en eik.
De bakstenen muren zijn niet origineel, maar een gevolg van de verstening. Ze dateren respectievelijk uit de 19e eeuw en 1927.
Wat nog overblijft van de dakbedekking bestaat uit Vlaamse pannen en eternietgolfplaten. De originele dakbedekking was, uit referentiebronnen, waarschijnlijk riet.
Grondonderzoek
Uit bodemonderzoek blijkt dat bij Hof ter Walle het risico op bodemerosie verwaarloosbaar is. Bodemkaarten geven ons het inzicht dat rondom het erf een natte lichte zandleembodem waargenomen kan worden. De grond rondom wordt gebruikt als grasland, logisch aangezien we dit definiëren als Putten West.
De dichtstbijzijnde boringen in het gebied werden uitgevoerd door de UGent, er bleek veel veen in de grond te zitten. Ook dit is een logisch verschijnsel. Veen is een grondsoort ten gevolge van afgestorven planten in moerrassen. Exact wat Putten West opnieuw wil zijn. Veen ontginning met het oog op het consumeren als brandstof was ook de voornaamste reden tot de eerste inpolderingen van het ruimer gebied.
Zichten
Doordat de schuur bijna volledig gestript is van zijn buitenschil, blijft enkel een transparant skelet over. Het licht valt dus bijgevolg niet binnen volgens de exacte betekenis van het woord. Toch krijg je mooie diffuse lichteffecten door het skelet.
Het natuurgebied Putten West, waar de schuur middenin staat, biedt prachtige zichten. Enkele bouwvallige overblijfselen van wat, zo veronderstellen we, stallen of bergingen waren, staan het zicht een beetje in de weg, maar desalniettemin is het de moeite waard. Wanneer je vanop een kleine hoogte over het landschap zou kunnen kijken, kan je vanaf deze exacte plek prachtige panoramavisies waarnemen.
Doorwandeling
De huidige staat waarin de schuur zich bevindt, biedt op dit vlak alleen maar mogelijkheden. Er zijn geen 'aangegeven' ingangen meer te zien, maar we weten uit onderzoek dat de schuur vroeger als langschuur functioneerde. Een benadering van de schuur vanaf de straatkant, de Middenstraat, lijkt vanuit een wandelaarsstandpunt het meest voor de hand liggend. Aan de andere kant kan het ook interessant zijn de schuur te benaderen vanaf het woonerf. Dit geeft een meer historisch gelaagde visie van de schuur en zorgt ook voor een groter verrassingseffect. Benader je de schuur vanaf de nog bestaande hoeve, komt het prachtige zicht pas tevoorschijn wanneer je in de schuur staat en dit effect huist een groteren architectonische waarde.
Stabiliteit
Meer dan de helft van de volledige structuur is ingestort, wat nog overblijft is stilletjes aan het verrotten. De bakstenen muren die nog recht staan lijken in goede, maar verweerde staat. Na de instorting en het stopzetten van de sloop werd het nog rechtstaande gedeelte dichtgetimmerd ter bescherming en om verdere schade te voorkomen.
Bouwmethodiek
De schuur aan Hof ter Walle is een vierbeukige schuur met een grote omvang. Een volledige uitgebreide en gedetailleerde beschrijving van de opbouw is te vinden in reeds eerder gepubliceerde onderzoeksresultaten van experts. Deze uiteenzetting valt te raadplegen in de bibliografie.
Biodiversiteit
Hof Ter Walle ligt aan de rand van een tijdelijk natuurcompensatiegebied.
Natuurcompensatie is een maatregel die genomen wordt om een voorzien verlies aan beschermde natuur, ten gevolge van het uitvoeren van een project (in dit specifieke geval de komst van het Saefthinge-dok, een gevolg van de havenuitbreiding van Antwerpen in de richting van Doel) in of nabij een "speciale beschermingszone", te compenseren.
Een "speciale beschermingszone" is een gebied dat is aangewezen als habitat- of vogelrichtlijngebied in uitvoering van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn.
Natuurcompensatie kan bestaan uit het verbeteren van de bestaande habitats van planten- en diersoorten die schade ondervinden van het project.
Putten West (en de Puttenweide iets verderop) in de Oud-Arenbergpolder is zo een compensatiegebied. Het herbergt veel zeldzame planten en vogelsoorten en vormt een ideale plek voor natuurliefhebbers of mensen die willen genieten van het mooie uitzicht.
Fotogalerij
Andere
De schuur werd erkend als beschermd onroerend erfgoed, dit heeft wettelijke gevolgen voor de mogelijkheden van de aanpak. Niet alle elementen mogen aangepast of verwijderd worden. Onderzoek en zorg is nodig bij een herbestemmingsproject. De Vlaamse overheid stimuleert maatregelen om beschermd erfgoed zo goed mogelijk te laten voldoen aan de energieprestatieregelgeving (EPB) en de Vlaamse Wooncode. Nadelige handelingen moeten vermeden worden en zomaar delen verder slopen zijn uit den boze. Alle mogelijke wijzigen moeten aangegeven worden en erfgoedwaarden behouden.
Mogelijke programma's
Door de ligging van de schuur ten opzichte van onze uitgestippelde route, lijkt dit een ideale plek voor een rust- en drinkgelegenheid. Zowel voor de lange als korte tocht, ligt deze schuur meer naar het einde van de wandeling. De half bestaande overdekking spreekt ons aan als semi- overdekt terras met vele mogelijkheden.
De naaktheid van de structuur biedt ons tevens ook een mooie plek voor een botanisch infopunt. De schuur ligt in een rijke regio op vlak van biodiversiteit. Doordat er geen gesloten dak meer is, kunnen we beheerst specifieke regionale planten laten groeien. We zien de plantentuin als een 'ode' aan de natuur in deze interessante regio.
Deze specifieke schuur bulkt van de historische waarde. Het is de oudste uit de regio en geeft als geen ander de schoonheid van, maar ook schrijnende geschiedenis aan. Enorm veel historische informatie is te vinden over deze schuur. Dit gebouw heeft een verhaal dat verteld kan worden, van de bouw in 1805, de afbraak, verloedering tot de voortdurende inzet van de lokale bevolking om deze schuur een waardig behoud en herbestemming te geven. De geschiedenis van deze schuur zet zijn herbestemming kracht bij. Dit onderwerp kan een concept op zich worden: een plaats waar de geschiedenis van de regio op een levendige manier onder de loep genomen wordt. Maar het kan ook geïntegreerd worden in een ander programma (een drinkgelegenheid met een ingewerkte historische ommegang?)
Bij het Hof ter Walle is het interessanter te kijken naar wat er gedaan kan worden met de talrijke informatie over de schuur zelf, dan wat de omgeving aanreikt als programmamogelijkheden. De schuur en zijn rijke geschiedenis vormt op zichzelf al voldoende stof om een programma te vullen.
De kreken in de buurt van de schuur zorgen voor mogelijkheden om het pad zelf 'over het water' te laten lopen. Er moe verder onderzocht worden in hoeverre dit mogelijk is.